De competenties van de docent
Tijdens mijn opleiding werk ik aan mijn ontwikkeling als docent. In dit beroepsproduct laat ik verschillende competenties zien. Per competentie geef ik een toelichting.
(competentie driehoek)
Competentie 1. Interpersoonlijk competent als mbo-docent
1.v.4. Omgaan met heterogene groepen
Het dossier is ontwikkeld voor alle studenten van de vakopleiding horeca en bakkerij. Studenten van niveau 2, 3 en 4, BOL, BBL en praktijkroute. Burgerschap gaat over verschillen in cultuur en ontwikkeling van een goed zelfbeeld. Ik heb met alle studenten van alle opleidingen contact over hun ontwikkeling in de maatschappij. In de introductielessen bespreken we de verschillende startsituaties van de student.
Voorbeeld 1: De student heeft geen interesse in de politiek en is niet gemotiveerd om aan de slag te gaan. In het gesprek vertelt de student dat ze op Cuba is geboren. Door dat we in gesprek zijn komen we samen op het idee om te kijken naar de verschillen in de politiek van Nederland en Cuba. De student is gelijk enthousiast en gaat aan de slag.
Voorbeeld 2: Student werkt in de horeca en volgt een BBL opleiding als gastvrouw. Ze krijgt het minimum salaris betaald van haar werkgever. Als ze hoort dat de rest van de klas meer betaald krijgt wordt ze boos. Ze kiest ervoor om de horeca CAO te onderzoeken en een gesprek aan te gaan met haar werkgever. Het onderzoek en een verslag van het gesprek is een bewijsstuk in haar dossier.
Competentie 2. Pedagogische competentie mbo-docent
2.v.2. Loopbaanbegeleiding bieden
Studenten behalen hun diploma en zijn klaar voor de arbeidsmarkt of kiezen er voor om door te studeren. De startgesprekken, voortgang gesprekken en eindgesprekken zijn gericht op de ontwikkeling van de student. Ik daag de student uit om steeds te kijken naar zijn gewenste toekomst en zich zelf te vragen wat hij nodig heeft om daar te komen.
Voorbeeld: De student wil na het behalen van zijn niveau 3 opleiding aan het werk, hij weet dat er weinig werk is op de arbeidsmarkt voor hem als banketbakker. Om het netwerk van de studenten te verbreden nodig ik regelmatig gastsprekers uit. De studenten kunnen op deze manier in contact komen met een toekomstige werkgever. Ik kies niet alleen voor de bakker maar ook voor broodfabriek, bedrijven die gespecialiseerd zijn op het gebied van productontwikkeling en uitzendbureaus. De studenten worden uigedaagd om breder te kijken.
Competentie 3. Vakinhoudelijke en didactische competentie mbo-docent
3.k.2. Leerstof en achtergronden
Ik ben op de hoogte van het kwalificatiedossier en ondersteun de student in zijn ontwikkeling. Reflecteren op de 4 dimensies van burgerschap, mensenrecht en kritische denkvaardigheden.
Voorbeeld 1: Studenten werken aan de Europeese wedstrijden van de AEHT. Om zo meer te weten over de verschillende culturen die ze straks gaan ontmoeten op dit enorme evenement maken ze een opdracht over wereldburgerschap.
Voorbeeld 2: Door op de juiste manier zelfreflectie en zelfregulatie toepassen ontwikkeld de student redeneervaardigheden en kritische denkvaardigheden.
3.k.3. Samenhang curriculum en leerlijnen
Het vak burgerschap, Nederlands en rekenen is geintregreerd in de leereenheden.
Voorbeeld: In leereenheid 2 van de AEHT presenteren de studenten van de bakkerij op de foodmarkt streekproducten. In de praktijk leert de student verschillende streekproducten te maken. Voor het vak Nederlands gaat de student op zoek naar artikelen over streekproducten. Van één van die streekproducten maakt de student een kostprijsberekening. Bij burgerschap verdiept de student zich verder in het assortiment van zijn leerbedrijf. Op deze manier staan alle vakken met elkaar in verbinding. Het is nodig om regematig als team met elkaar te overleggen om zo een goede samenhang te krijgen. Er zijn verschillende stoorzenders die samenhang van de verschillende vakken soms problematisch maken, zoals adhoc werkzaamheden, evenementen, productiebestellingen.
3.k.5. Literatuur en methodieken m.b.t. beoordelen
Voor het examineren van burgerschap heeft de student gedurende zijn studieloopbaan bewijsstukken verzameld. De student heeft zich voldoende ontwikkeld en presenteerd zijn ontwikkeling op het eindgesprek. Dit gesprek wordt beoordeeld aan de hand van de vooraf gestelde criteria.
Competentie 4. Organisatorische competentie als mbo-docent
4.k.2. Organisatorische aspecten leeromgeving
Het leren van de student vindt plaats op verschillende plaatsen binnen en buiten de organisatie. De student is op de hoogte van de planning van de leereenheden. In het burgerschap dossier kan de student zelf keuzes maken, wat, waar en wanneer hij welke opdrachten gaat maken. De opdrachten zijn gericht op de praktijk en de maatschappij waar de student leert.
Competentie 5. Competentie van de mbo-docent in het samenwerken met collega’s
5.v.2. Bijdrage aan taal en rekenontwikkeling
Tijdens de opleiding werkt de student aan zijn taal en rekenvaardigheden. De Nederlandse taal en rekenen worden op twee niveaus afgenomen. 2F is voor MBO niveau 2 en 3 en 3F is voor MBO niveau 4. De opdrachten in de leereenheden zijn om te oefenen aan de taal en rekenvaardigheden. In de werkplaats werken studenten aan hun producten. Docenten Nederlands en rekenen ondersteunen de studenten met hun opdrachten en het vergroten van hun vaardigheden.
Het zogenaamde 'burgerschapsniveau'. is rekenen en Nederlands op 2F. Dit niveau moet iedereen in de maatschappij minimaal beheersen. Om extra te werken aan de ontwikkeling van taal en rekenen probeer ik ook opdrachten te bedenken die dichtbij de belevingswereld van de student staan. Dit doe ik ook vaak in samenwerking met de docenten van de werkplaats Nederlands en rekenen.
Voorbeeld1: Student heeft een nieuwe mobiele telefoon en heeft daarbij een abonnement afgesloten, we gaan aan de slag met een rekensom om te kijken waar de student nu eigenlijk voor betaald.
Voorbeeld2: Student stelt een menukaart samen, de opdracht is om zo veel mogelijk duurzame producten in het menu te gebruiken. We gebruiken voorbeelden waar dit nog wel eens mis gaat.
Competentie 6. Samenwerken met de omgeving als mbo-docent
6.k.3. Actuele kennis van branche en kwalificatiedossier
In de jaarlijn organiseer ik verschillende workshops voor de studenten. Ik maak gebruik van mijn netwerk en breng actuele informatie bij de student. Onderdelen vanuit het kwalificatiedossier zie je terugkomen in de opdrachten van burgerschap.
Voorbeeld1: De vakbond geeft een voorlichting over de nieuwe horeca CAO. Studenten zijn op de hoogte van het minimumloon en werktijdenwet.
Voorbeeld2: De HACCP wetgeving past in het basisdeel van alle opleidingen binnen de vakopleiding horeca en bakkerij.
(fnv.nl)
(sbb.nl)
Competentie 7. Reflectie en ontwikkeling
7.k.1. Actuele ontwikkelingen onderwijs en werkveld
Ik heb mijn eigen visie aan de visie van het Friesland College gekoppeld en mijn product omschreven aan de hand van praktijkgestuurd leren.
7.v.5. Vernieuwing initiëren
Met dit dossier slaan we een nieuwe weg in binnen de vaklopleiding horeca en bakkerij. Het is een andere manier van lesgeven. Ik durf te kiezen voor een nieuwe aanpak en aan te passen waar nodig. Ik stimuleer mezelf om innovatief te zijn en haal inspiratie uit onderstaande websites
Attitude
1. Innovatief: dit laat ik zien door anders te kijken.
2. Kritisch: het product is in ontwikkeling, door kritisch te kijken en te durven schaven en te streven naar een perfecte vorm.
3. Leiderschap: verantwoordelijk en neem het voortouw.
Maak jouw eigen website met JouwWeb